Index op de Chronijk van Opcanne door Winand Mengels (426)

Index op de Chronijk van Opcanne door Winand Mengels

A    B    C    D    E    F    G    H    I    J    K    L    M    N    O    P    Q    R    S    T    U    V    W    X    Y    Z   

Heeft u aanvullingen of correcties? Stuur mij een e-mail.

naar het overzicht



Adenhoven, V.
Burger van Maastricht. Hij is op 14 juni 1746 opgehangen wegens vermoedelijk verraad aan de Fransen. Op 11 juni 1748 is hij van de galg afgenomen en begraven.
Zie blz. 10, 25

naar boven

Aerpoth, Ludovicus
Van Op-Canne. Roepnaam Lowy. Hij is dragonder.
Op 11 februari 1776 is hij te Canne gehuwd met Maria Eycken van Sichen . Hij was haar derde man. Hij was "niet jonckman, ende oock niet weduwenaer" en heeft een buitenechtelijk dochtertje genaamd Gertrudis (gedoopt te Canne 02-10-1764) met zijn gewezen broeders huisvrouw Anna Cillen. Hij heeft gepoogd met haar te trouwen, maar aangezien er sprake was van bloedschande werd dit niet toegestaan. Hij is zelfs in 1772 naar de Paus in Rome geweest .
Zie blz. 56, 57

naar boven

Aerpoth, Peter
Hij is van Op-Canne. Hij huwt Anna Cillen op 26-10-1760 te Canne, niet wetende dat zij reeds bevrucht was door haar halve zwager. Omdat hij niet mag scheiden van haar en hertrouwen, brengt hij haar naar haar familie in Munsterbilsen. Als de zwager 1400 gulden biedt om een schandaal te vermijden, accepteert hij het zoontje wanneer het wordt geboren, welke echter snel sterft. Een dochtertje van hemzelf met Anna genaamd Catharina (gedoopt 16-05-1762 te Canne) overlijdt op ca. 2-jarige leeftijd.
Hij overlijdt op 15-08-1763 te Canne aan "heete koortse" .
Zie blz. 56, 57

naar boven

Arnold
Hij had anno 1776 te Heugem een herberg genaamd "het roodt Leeuwken" .
Zie blz. 55

naar boven

Bettonville, Maria
Tweede vrouw van Aert Thyssen die op 29 september 1775 voor de derde maal trouwt . Maria trouwt Arnoldus Thijssen op 21-10-1753 te Canne. Zij wordt te Canne begraven op 21-05-1773.
Zie blz. 55

naar boven

Bettonville, Matthi
Zwager van Winand Mengels.
Hij huwt Maria Mengels, de zus van Winand, op 20-04-1745 te Canne. Maria wordt begraven op 26-12-1746 te Canne. Matthi hertrouwt met Gertrudis Mosmans op 05-11-1747 te Canne. Gertrudis wordt begraven op 21-08-1792 te Canne en Mathias op 11-07-1797 te Canne.
In 1770 overlijden twee van zijn koeien ten gevolge van een ziekte .
Zie blz. 48

naar boven

Bettonville, Wed.
Op 11 juli 1763 heeft zij een "gangh" aangenomen, één der door het kapittel van St. Maarten van Luik uitgegeven "thienden" . Zij wordt "Wed. Bettonville, pachtersche op Castert" genoemd.
Zie blz. 44

naar boven

Borguet, Hubert
Inwoner van Op-Canne. Wordt genoemd op de lijst van personen die schadevergoeding krijgen.
Hij is gedoopt te Canne op 03-07-1710 en zoon van Raijmundus Borg(u)et en Helena Arpot. Hij is gehuwd met Maria (Catharina) d'Almaigne. Kinderen gedoopt te Canne: Dionijsius 28-07-1761. Hij is begraven op 12-12-1765 te Canne. Maria Daelmagne is begraven te Canne op 03-01-1792.
Zie blz. 33

naar boven

Borguet, Niest
Om 9 januari 1777 is hij overleden op ca. 70-jarige leeftijd. Op dat moment was hij 51 jaar gehuwd met Maria Heumble .
Hij is gedoopt als Dionijsius. Hij is de oudste zoon van Raijmundus (Remigius) Borget en Helena Arpott en gedoopt op 04-02-1704. Zijn ouders trouwden op 11-02-1703 te Canne (Raijmundis trouwde eerder op 11-06-1702 Maria Nelen, die op 30-09-1702 te Canne werd begraven.). Broers en zussen: 21-07-1705 Natalis, 03-07-1710 Hubertus (x Maria d'Almaigne), 13-10-1712 Petrus, 26-06-1716 Joannes. Helena Arpot is begraven op 12-04-1741 te Canne. Remigius is begraven op 10-02-1746 te Canne. Niest is gehuwd met Maria Houblet uit Bassinge in 1726 te Canne (getuige: De Beaumont). Kinderen te Canne: Gertrudis (09-10-1731, x Thomas Rengissar/Rengisson), Petrus (08-01-1734, x Catharina Mourmans), Mathias (18-05-1736), Helena (23-06-1739). Zijn vrouw Maria Houblet overlijdt te Canne op 11-12-1784.
Zie blz. 61

naar boven

Bouget, C.F.
"canonick van het capittel van St. Merten binnen Luyck en gesubstitueerde Ryproost alhier ".
Hij geeft op 8 september 1775 toestemming aan de pastoor van Canne om zijn hof te vergroten .
Zie blz. 54

naar boven

Bussi, Maria Agnes
Zij volgt Moeder Maria Ludgardis (geboren als Isabella Linsen) op als Eerwaarde Moeder van het klooster der Penitenten Recolectinen te Maastricht, wanneer zij op 26 februari 1777 overlijdt .
Zie blz. 62

naar boven

Castermans, Damiaen
Hij heeft in september/oktober 1775 de muur om het hof van de pastoor gemaakt en is betaald door de pastoor .
Hij is gedoopt als Damianus op 12-07-1735 te Canne en is de zoon van Joannes Damianus en Maria Catharina Gelen. Hij is gehuwd op 21-10-1770 te Canne met Maria (Catharina) Nicolaes, gedoopt te Canne op 07-12-1742 en dochter van Lambertus Nicolaes en Maria Hennus; zij hebben samen twee kinderen. Hij is opnieuw getrouwd op 27-05-1774 te Canne met Aldegunde Gijsen. Zij krijgen samen vijf kinderen te Canne.
Zie blz. 55

naar boven

Ceulen, Paulus
Gehuwd op 04-11-1764 te Wolder met Maria (Elisabeth) Jorissen, weduwe van Joris Marees. Samen hebben ze een tweeling gedoopt op 19-02-1768 te Wolder genaamd Isabella en Anna Maria. Hij is overleden vóór november 1774, wanneer Maria woont tot Wilder in de "winninge van de Ouden Biessen", en wel op 09-02-1774 te Wolder.
Zie blz. 53

naar boven

Cillen, Anna
Zij is geboortig van Munsterbilsen.
Zij woonde te Maastricht op de Haefstraat bij haar halve zwager, die gehuwd was met haar halve zuster; hij was een "koeymelcker" genaamd Jaspers met wie zij in overspel leefde. Toen zij door hem bevrucht werd huwde zij Peter Aerpoth van Op-Canne zonder te vertellen dat zij zwanger was. Toen Peter dat ontdekte kon hij echter niet van haar scheiden, daar de pastoor dit verbood. Uiteindelijk koopt Jaspers haar man om waardoor deze haar weer accepteert. Het zoontje overlijdt echter snel. Samen met haar man krijgt zij nog een dochter die slechts twee jaar oud wordt.
Samen met Lowy Aerpoth, broer van Peter, krijgt zij een dochter genaamd Gertrudis, in onecht gewonnen. Op 11 februari 1776 huwt Lowy met Maria Eycken .
Zie blz. 56

naar boven

Claesse, Winand
Heeft een huis tegenover dat van Rubbus, aan de maas (anno 1740).
Ook genoemd in 1755 wanneer het broederschap een beeld van St. Hubertus naar Canne haalt en tot het huis van Winand Klaessen brengt.
Zie blz. 6, 37

naar boven

Collette, Godfried Augustijn
Hoogschout van Maastricht anno 1747. Hij vervult ook het ambt van schout van St. Pieter. Daarnaast is hij tussen 1695 en 1755 griffier van Neder-Canne.
Hij is gehuwd met ELisa de Godding.
Hij woont te Opcanne in kasteel de Harff.
Zijn huis in St. Pieter wordt afgebroken.
Godfried Augustijn Collette J.U.L. heer van Harff en Rindelborn was een der voornaamste en wel zeker de vruchtbaarste Chronijkschrijver van Maastricht.
Anno 1750 en 1755 komt hij voor op de lijst van personen, wonend in Op-Canne, die schadevergoeding krijgen.
Zie blz. 16, 33, 37

naar boven

Cox, Lenderd
Bode van Nedercanne. In 1747 worden er tenten van de overwinterende soldaten in zijn moestuin gezet.
Hoogstwaarschijnlijk is dit Leonardus Cox die in 1715 te Canne trouwt met Anna Christians (getuigen: Chris Christians en Marcus Gelen). Zij hebben minstens vijf kinderen te Canne: Maria (09-11-1716), Elisabeth (09-11-1718), Joannes (1724), Leonardus (1728) en Mathias (11-02-1732). Hij is begraven te Canne op 22-02-1754. Anna Christians wordt begraven op 16-12-1760 te Canne.
Zie blz. 15

naar boven

Cox, Mechtildis
Eerste vrouw van Aert Thyssen, die op 29 september 1775 voor de derde maal trouwt .
Mechtildis heeft Aert (Arnoldus) getrouwd op 18-02-1748 te Canne. Zij is geboren 04-12-1722 te Canne als dochter van Mechtildis Cox (doopgetuigen: Anna Christians en Aegidius Cox). Mechtildis en Aert hebben samen twee kinderen te Canne: Lambertus (27-09-1748) en Catharina (12-08-1749). Mechtildis wordt op 03-04-1752 begraven te Canne.
Zie blz. 55

naar boven

Cox
Metselaar.
Heeft anno 1755 de muur van het voorhof van het pastoraal huis gemetseld .
Zie blz. 38

naar boven

Daemen, Damiaan    (1670)
Inwoner van Op-Canne. Komt anno 1750 voor op de lijst van personen die schadevergoeding krijgen.
Hoogstwaarschijnlijk is dit Damianus Daemen die op 25-11-1710 te Canne huwt met Joanna Hermans. Hij is de zoon van Paulus Daemen en Anna Sichen.
Samen hebben Daem en Joanna zes kinderen te Canne: Paulus (31-12-1711), Maria (04-03-1715), Maria Anna (18-02-1716), Martinus (20-06-1720), Paulus (19-07-1724) en Adamus (31-08-1729). Damianus wordt begraven te Canne op 22-03-1755. Joanna Hermans wordt begraven op 24-02-1752 te Canne.
Zie blz. 33

naar boven

Daemen, Paulus
Op 11 juli 1763 heeft hij een "gangh" aangenomen, één der door het kapittel van St. Maarten van Luik uitgegeven "thienden" .
Zie blz. 44

naar boven

Daenen, erfgenamen
Worden genoemd in de bedeling van het Franse geld ter vergoeding van de schade opgelopen tijdens de fouragering in 1747 (28-07-1755) ..
Zie blz. 37

naar boven

Daenen, Martinus
Wordt genoemd in de bedeling van het Franse geld ter vergoeding van de schade opgelopen tijdens de fouragering in 1747 (28-07-1755) .
Op 11 juli 1763 heeft hij een "gangh" aangenomen, één der door het kapittel van St. Maarten van Luik uitgegeven "thienden" .
Wellicht is dit dezelfde persoon als Martinus Daemen, die is gedoopt op 20-06-1720 te Canne, zoon van Damianus Daemen en Joanna Hermans; hij huwt op 12-02-1741 te Canne met Ida van Herf, geboortig van Vlijtingen; Martinus wordt begraven op 28-09-1768 te Canne, overleden aan "hydropicus". Hij was een hoogwaardigheidsbekleder (molitor).
Zie blz. 37, 44

naar boven

De Cler, Johannes Fredericus Guilielmus
Heer van Neuville, Revot en Révogne.
Eind juni 1761 doet hij met zijn vrouw zijn intrede in het kasteel van Neder-Canne .
Hij heeft het kasteel gekocht van baron de Dopff.
Hij overlijdt in 1784.
Zie blz. 43

naar boven

De Cler-Coenen, Maria Agnes
Eind juni 1762 doet zij met haar man haar intrede in het kasteel van Neder-Canne .
Eind 1766 bevestigt zij het schepensambt van Winand Mengels .
Als haar man in 1784 overlijdt, verhuist zij naar Luik, waar zij op 30-12-1792 overlijdt. In 1791 heeft zij het kasteel geschonken aan haar neef, Nicolas Florentin baron de Thier.
Zie blz. 43, 46

naar boven

De Dopff
De familie De Dopff is eigenaar van het kasteel van Nedercanne, ook Agimont genoemd.
In 1697 koopt baron Daniël Wolff von Dopff het kasteel, dat hij in 1718 schenkt aan zijn oudste zoon Frederik Karel van Dopff, die het op zijn beurt overgeeft aan zijn zoon Jean Jérome van Dopff in 1750.
Deze laatste verkoopt het kasteel in 1761 aan de baron van Cler.
Het is in hun kasteel dat de vorst van Waldeck zijn intrek als winterkwartier neemt in 1747.
Zie blz. 15

naar boven

De Heer, Huberrt
Bediende van het kasteel van Nedercanne. Hij ving een arend in 1740.
Zie blz. 5

naar boven

De Jacobi, Willem Frederik
Heer van Cadier en "brabandschen vice-hooghschout". Hij bouwde de papiermolen te Maastricht in 1776 nabij de St. Pieterspoort .
Zie blz. 60

naar boven

De Selys
Hun huis in Maastricht is weggeblazen ten gevolge van de ontploffing van het kruithuis op 24 december 1761. Op dat moment woonde er een jonge barones en haar bedienden in het huis. Enkel een koetsheer in het huis overleefde de ontploffing.
Zie blz. 41

naar boven

Dolhen, Joannes
Gerechtsbode van Op-Canne.
Gehuwd met Catharina Lombaer die op 29 september 1775 hertrouwt met Aert Thyssen .
Op 4 december 1756 is hij er vandoor gegaan met de zilveren vogel met ketting, bewaard in de kerk van Op-Canne, van het schuttersgilde en verkocht in Maastricht. Enige dagen heeft hij zich schuil gehouden in Canne bij Rener Theunissen, daarna aan de overkant van de Maas. Hij is "onder eenen anderen naam en met een vremde paspoort naer Middelborgh gereyst ende heeft hem aldaer op een schip verhuurt genaemt Sinte Elisabeth, om naer Oostindie te varen, doch is op de reyse zynde ontrent halverwegh op de caap de Bone Spei gestorven." .

Op 19 april 1757 is het schip "Vrouwe Elisabeth" van de VOC-kamer van Rotterdam vanaf Goeree vertrokken onder leiding van schipper Pieter Matthijs Joele naar Batavia, waar het op 26 oktober 1757 is aangekomen. Het schip is via Kaap de Goede Hoop gevaren waar het aankwam op 3 augustus 1757 en weer is vertrokken op 18 augustus 1757. Het schip telde 239 opvarenden. Voor het schip vanaf Kaap de Goede Hoop was vertrokken, waren reeds 13 van hen overleden (zie de lijst). Aannemende dat Joannes als soldaat heeft gemonsterd en als herkomst Maastricht heeft opgegeven, is hij op 28 juni 1757 overleden onder de naam Jan Metterop.
(Bron: VOC-website)


Joannes is gedoopt te Canne op 12-06-1719 (doopgetuigen: Agnes Thijssen en Joannes Dolhaing) als zoon van Bartholomeus Dolhaing en Anna Thijssen. Op 12-02-1747 huwt hij te Canne met Catharina Lombard (getuigen: Elisabeth Verscheuren, Renerus Vrijens en Paulus Daemen). Samen krijgen ze vier kinderen te Canne: Anna Josepha (04-02-1748), Arnoldus (28-08-1750), Bartholomeus Joseph (26-02-1753) en Maria Catharina (17-09-1755).
Zie blz. 39, 55

naar boven

Doum, Christiaen
"Canonick regulier van het H. Graff tot Neder-Canne".
In 1766 heeft hij het altaar in de H. Grafkapel "doen marberiseren" .
Op 29 juni 1777 assisteert hij de pastoor van Canne om "eenige Reliquien ende gebeenten van den H. Sebastianus, martelaer, ende van de H. Euphemia, maget ende martelaresse, door onsen Eerw. Heer Pastoor verkregen uyt Romen" feestelijk in te halen .
Zie blz. 46, 62

naar boven

Du Chateau, Waltherus
Pachter op de Lichtenbergh van den graeve van Schaesbergh .
Overleden enige jaren voor 1765. Gehuwd met Maria Agnes van Eysschen.
Zie blz. 46

naar boven

Eycken, Maria
Op 11 februari 1776 is zij te Canne gehuwd met Ludovicus Aerpoth van Op-Canne .
Zijzelf is van Sichen, en dit is haar derde huwelijk. Haar eerste man was Hubertus Stevens van Neder-Canne (huwelijk te Canne op 17-07-1768); haar tweede man was Henricus Nuykerken van Neder-Canne (huwelijk te Canne op 23-11-1772).
Zie blz. 56

naar boven

Eysschen, Maria Agnes
Heeft anno 1765 een "winninge" laten doen timmeren genaamd "Nerenbergh", gelegen "aen de heyde van St. Peter, ontrent de Tombe".
Zij is de weduwe van wijlen Waltherus du Chateau, die op de Lichtenbergh als pachter van den graeve van Schaesbergh .
Op 13 april 1768 houdt zij een algemene verkoop van vee en landbouwwerktuigen .
Zie blz. 46, 47

naar boven

Fias, Jan
Inwoner van Op-Canne. Komt anno 1750 en 1755 voor op de lijst van personen die schadevergoeding krijgen.
Geboren ca. 1700 als zoon van Hubertus Fias en Helena Mees. Hij huwt te Canne op 08-12-1721 met Isabella Tans (getuigen: Margaretha Coenegracht en Reijnerus Fias). Zij krijgen samen drie kinderen te Canne: Helena (14-10-1723), Leonardus (1725) en Maria Catharina (16-05-1727). Jan wordt begraven te Canne op 04-11-1751. Isabella wordt begraven op 17-04-1771 te Canne.
Zie blz. 33, 37

naar boven

Fias, Leonard
Op 3 november 1752 als eerste Meester van de Broederschap van den H. Hubertus aangesteld. Wonend te Op-Canne.
Op 11 juli 1763 heeft hij een "gangh" aangenomen, één der door het kapittel van St. Maarten van Luik uitgegeven "thienden" .
In 1764 heeft hij als gevolmachtigde van Op-Canne geprocedureerd tegen het kapittel van St. Merten te Luik dat de gemeentes Op- en Neder-Canne wilde laten betalen voor het herstel van het parochiale huis .
In 1777 slaat zijn knecht Reynier Pieters het hoofd in van Martinus Heynen .
Leonardus is gedoopt te Canne in 1725 (doopgetuigen: Margareta Tants en Leonardus Tants) als zoon van Joannes Fias en Isabella Tans. Hij huwt te Wolder op 09-05-1751 met Ida Neven.
Ze hebben samen vijf kinderen te Canne: Maria Isabella (03-05-1752), Leonardus (01-04-1754), Joannes (11-12-1757), Maria Elizabeth (18-03-1760) en Maria Helena (20-03-1763).
Ida Neven wordt begraven op 30-03-1763 te Canne. Leonardus wordt begraven te Canne op 23-07-1806.
Zie blz. 34, 44, 45, 61

naar boven

Franken, Gerard
Inwoner van Op-Canne. Komt anno 1750 voor op de lijst van personen die schadevergoeding krijgen.
Gerardus Vrancken huwt op 11-06-1747 te Canne met Maria Anna Hermans. Voor Maria Anna is dit het tweede huwelijk: zij huwde op 16-01-1735 Hermanus Waldhofs. Vijf kinderen kwamen er uit dit huwelijk. Hermanus is begraven op 28-12-1746 te Canne. Gerardus en Maria Anna hebben drie kinderen te Canne: Maria (21-04-1748), Adamus (25-08-1751) en Cornelia (05-11-1754).
Maria Anna is begraven op 24-03-1761 te Canne. Gerard hertrouwt op 04-11-1765 te Canne met Elizabetha Haekens. Voor Elizabetha is dit het tweede huwelijk; zij was gehuwd met Natalis Arpot (dopen van kinderen tussen 1746 en 1758). Uit het huwelijk van Gerard en Elizabetha: Maria (20-02-1766). Hij wordt begraven te Canne op 04-07-1773.
Zie blz. 33

naar boven

Gadiot
Hij had een "verwerye" in de "Taeffelstraet" te Maastricht.
Zie blz. 36

naar boven

Gelen, Daem
Koster van Canne anno 1748:"vansgelyken by Daem Gelen die alsdoen kuster was, stierf ook de man, de vrouw, de schoonzoone, noch eene dochter en dry kinderen van den schoonsone; desen liet noch syne vrouw in het leven, met noch twee kleine ongetrokken kinderkens, soo datter just van thien dry overbleven".
Daem Gelen huwt op 19 april 1700 Maria Navette. Ze hadden minstens achttien kinderen, waarvan de meesten op jonge leeftijd stierven.
Maria wordt begraven op 31-10-1746; Daem op 20-11-1746 te Canne. Van de kinderen: Petrus (gedoopt 18-08-1719) op 09-12-1746; Anna Catharina op 22-01-1747.
De schoonzoon in kwestie is Joannes Castermans, die wordt begraven op 08-01-1747. Hij was gehuwd met Maria Catharina Gelen (gedoopt 26-02-1707).
Zie blz. 22, 28, 29

naar boven

Germeau, Matthaeus
Pastoor van Op- en Neder-Canne sinds 1742.
In 1747 is hij betrokken bij het bidden voor het zieke hoornvee , en zieke mensen .
In 1750 was hij actief met het proces van de schadevergoedingen.
In 1755 krijgt zijn kerk van de broederschap St. Hubertus een beeld ter geschenke.
Heeft in 1755 "synen voorhoff aen het pastorael huys met eenen nieuwen muur vergroodt" .
In 1762 zegent hij het vuur dat het huis van Joannes Vrijens in de as legt .
In 1767 viert hij zijn 25-jarig jubileum als pastoor in Op- en Neder-Canne .
Op 27 februari 1775 wordt zijn zwager Lambertus Lombaer tot schout van Canne benoemd .
Op 8 september 1775 krijgt hij toestemming om zijn hof te vergroten .
In de jaren zestig en zeventig speelt het schandaal rond Anna Cillen .
Op 28 april 1775 werd de 'algemeene jubilee van het jaer 1776' gevierd .
In juni 1775 werd er bij hem ingebroken, waar zijn neefje Lambert Jennen het slachtoffer werd .
Op 29 juni 1777 mag hij "eenige Reliquien ende gebeenten van den H. Sebastianus, martelaer, ende van de H. Euphemia, maget ende martelaresse" feestelijk inhalen .
Hij wordt begraven op 29-03-1794 te Canne.
Zie blz. 22, 29, 32, 37, 38, 43, 46, 54, 56-59, 62, 85

naar boven

Godding
"Canonick", neef van de Heer Colette, thans (anno 1776) eigenaar van het huis onderaan de St. Pietersberg te St. Pieter. Later "Deken der Rijkskerke van St. Servaes".
Zie blz. 16

naar boven

Heinen, Willem
Inwoner van Op-Canne. Komt anno 1750 en 1755 voor op de lijst van personen die schadevergoeding krijgen.
Hij is gehuwd op 10-04-1741 te Canne met Joanna Moors (getuigen: Paulus Daemen, Maria Anna Moors, Joannes Dolhaing en Damianus Geelen). Ze hebben samen zeven kinderen: Martinus (07-11-1741), Arnoldus (14-03-1744), Guilielmus (14-04-1747), Maria Agnes (15-07-1750), Elisabeth (16-03-1753), Catharina (01-10-1755) en Franciscus (18-08-1759). Joanna Moors wordt begraven op 22-11-1779 te Canne. Willem wordt begraven op 18-02-1790 te Canne.
Zie blz. 33, 37

naar boven

Hennuys, Hendrik
Inwoner van Op-Canne. Wordt genoemd als schade geleden hebbende en vergoeding krijgende.
Vermoedelijk is dit Henricus Hennuijs die in 1722 te Canne is gedoopt (getuigen: Petrus Moors, Catharina Thijssen en Damianus Gelen). Hij is de zoon van Walterus Hennus en Catharina de la Croix. Uit zijn huwelijk met Catharina Palmans kwamen twee kinderen te Canne voort: Catharina (19-09-1744) en Walterus (04-12-1747).
Zie blz. 32, 37

naar boven

Hennuys, Jacobus    (834)
Inwoner van Op-Canne. Komt anno 1750 en 1755 voor op de lijst van personen die schadevergoeding krijgen.
Op 11 juli 1763 heeft hij een "gangh" aangenomen, één der door het kapittel van St. Maarten van Luik uitgegeven "thienden" .
In september 1775 wordt zijn optreden als schepen der justitie vermeld in het kader van de uitbreiding van het hof van de pastoor van Canne .
Jacobus is gedoopt op 01-02-1713 te Canne (doopgetuigen: Catharina Rutten en Henricus Smets) en is de zoon van Walterus Hennus en Catharina de la Croix. Hij huwt op 22-02-1735 te Canne met Maria Anna Daemen (getuigen: Renerus Vrijens, Joannes Colson en domicella Maria Michaela Paquet). Maria Anna is gedoopt op 18-02-1716 te Canne en is de dochter van Damianus Daemen en Joanna Hermans. Ze hebben samen negen kinderen te Canne. Bij het begraven van Jacobus te Canne op 09-08-1779 staat vermeld: "capitaneus et scabinus in Canne et Nedercanne". Maria Anna wordt begraven te Canne op 03-04-1791.
Zie blz. 33, 37, 44, 54

naar boven

Hermans, Rener
Gebuur van Winand anno 1748: "by onsen eersten gebuer, teweten by Rener Hermans waeren van negen persoonen maer twee overgebleven; den man met syne vrouw, ende den schoonsone met noch vier kinderen stierven op korten tydt".
Renerus Hermans trouwt op 21-04-1703 te Canne met Helena Thijssen.
Helena Thijssen wordt begraven op 23-12-1746; Rener Hermans wordt begraven op 14-01-1747 te Canne.
Zie blz. 28

naar boven

Hessen Philipsdal
Een prinses van deze familie woonde tegenover de familie De Selys in Maastricht. Haar huis werd eveneens door de ontploffing van het kruithuis op 24 december 1761 vernietigd. Zij overleefde dit niet.
Zie blz. 42

naar boven

Heumble, Maria
Gehuwd met Niest Borguet. Als hij op 8 januari 1777 sterft zijn zij 51 jaar getrouwd .
Zie blz. 61

naar boven

Heynen, Arnold
Jonkman van Op-Canne.
Op 20 december 1767 in elkaar geslagen bij een ruzie nabij de kapel te Neder-Canne waarbij zijn schedel is gebarsten . Na 31 dagen is hij overleden.
Hij is gedoopt op 14-03-1744 te Canne als zoon van Guilhelmus Heijnen en Joanna Moors (doopgetuigen: Joanna Heijnen en Joannes de Enschadeh). Hij is begraven op 25-01-1768 te Canne.
Zie blz. 46

naar boven

Heynen, Martinus
Jonkman uit Canne. Op 3 februari 1777 heeft hij zijn hoofd ingeslagen gekregen door Reynier Pieters, geboortig uit Heugem en knecht bij Leonard Fias. Dit gebeurde in de berg gelegen aan de Verckensdries . Na verscheidene trepaneringen is hij uiteindelijk hersteld .
Hij is gedoopt op 07-11-1741 te Canne (doopgetuigen Catharina Moors en Henricus Heijnen) als zoon van Wilhelmus Heijnen en Joanna Moors. Op 22-10-1780 huwt hij te Canne met Joanna Geurts uit Kesselt (gedoopt in Veldwezelt). Ze hebben minstens vijf kinderen te Canne. Zijn vrouw overlijdt op 29-01-1815 te Canne.
Zie blz. 61, 62

naar boven

Hofmans, Jan
In 1747: "mijn halven broeder had oock het koren afgemaijd van 11 roeden op den Emaelen wegh, die Jan Hofmans ter zelver tijdt van ons ten halfscheijt had, hetwelck wij tegen den bergh aen hadden laeten groeijen".
Zie blz. 17

naar boven

Hoho, Mathias
Gehuwd met Cornelia Kersten.
Hij is overleden 8 november 1774 op 102-jarige leeftijd te Vlijtingen .
Zie blz. 58

naar boven

Jaspers
Halve zwager van Anna Cillen die gehuwd met met haar halve zuster, maar met Anna Cillen in overspel leefde. Hij woonde in de Haefstraat te Maastricht en was "koeymelker". Wanneer Anna trouwt met Peter Aerpoth en een zoontje ter wereld brengt probeert hij schandaal af te kopen met 1400 guldens.
Zie blz. 56, 57

naar boven

Jennen, Lambert
In de nacht van 14 op 15 juni 1776 hebben dieven enige kledij van hem gestolen uit de woning van zijn oom, pastoor van Canne .
Zie blz. 59

naar boven

Jorissen, Maria
Zij is de weduwe van Paulus Ceulen, en daarvoor weduwe van Joris Marees.
Op 20 november 1774 om ca. 14.00 uur is in Wilder het grootste deel van de "winninge van den ouden Biessen", waar zij woonde, afgebrand, tezamen met 14 paarden en de opgeslagen vruchten.
Maria Elisabetha Jorissen huwt op 20-11-1757 te Wolder met Georgius Marees.
Kinderen: Joannes (13-08-1758), Petrus (31-12-1760). Joris wordt begraven op 29-05-1763 te Wolder. Op 04-11-1764 huwt zij Paulus Keulen. Kinderen: Isabella (19-02-1768) en Anna Maria (19-02-1768). Paulus wordt begraven op 09-02-1774 te Wolder. De ouders van Maria Elisabetha zijn hoogstwaarschijnlijk Petrus Jorissen (begraven 26-09-1751) en Isabella Nelissen (04-11-1772).
Zie blz. 53

naar boven

Kersten, Cornelia
Op 23 maart 1776 overlijdt zij te Vlijtingen, bijna 100 jaar oud, weduwe van Mathias Hoho .
Zie blz. 58

naar boven

Le Roi, Henri
Op 11 juli 1763 heeft hij een "gangh" aangenomen, één der door het kapittel van St. Maarten van Luik uitgegeven "thienden" .
Zie blz. 44

naar boven

Leenders, Catharina    (743)
De moeder van Winand Mengels.
Wordt genoemd in 1746. en 1747 .
In april 1748 woont Winand te Maastricht, totdat zijn moeder hem vlak voor de belegering van Maastricht hem komt uithalen.
Op 11 juli 1763 heeft zij samen met haar zoon Winand een "gangh" aangenomen, één der door het kapittel van St. Maarten van Luik uitgegeven "thienden" .
Zie blz. 2, 13, 23, 29, 44

naar boven

Leendert
Op 11 december 1773 is hij opgehangen te Maastricht als zijnde een lid van de bende van 's Hertogenrade. Van beroep was hij "hexelsnyer". Hij was groot van postuur en een zeer sterk man.
Zie blz. 51

naar boven

Lepas, L.A.
"Canonick van St. Merten tot Luyck ende Ryproost van Op-Canne".
Heeft in 1755 de eerste steen gelegd van de muur van de voorhof van het pastoraal huis te Canne .
Zie blz. 38

naar boven

Leroy, N.
Inwoner van Leenmael, een dorp gelegen op de steenweg tussen Luik en Tongeren.
Op 7 juli 1775 heeft hij een thiende tot Canne, uitgegeven door het kapittel van St. Merten te Luik, aangenomen .
Zie blz. 54

naar boven

Linsen, Isabella
Zij is Eerwaarde Moeder Maria Ludgardis van het klooster der Penitenten Recolectinen te Maastricht. Zij is geboren op 4 oktober 1677. Op 4 oktober 1694 is zij ingetreden in de religieuze stand. Na vijf jubilea, waarvan drie van religie en twee als Moeder, is zij op 26 februari 1777 overleden om half tien 's avonds .
Zie blz. 62

naar boven

Lombaer, Catharina
Op 12-02-1747 huwt zij te Canne met Joannes Dolhen.
Zij huwt op 29 september 1775 met Aert Thyssen, voor wie dit het derde huwelijk is .
Zie blz. 55

naar boven

Lombaer, Lambertus
Op 27 februari 1775 benoemd tot officier en schout van Op-Canne, tevens schout van Stree en "prelocuteur tot Luyck". Hij is de zwager van de pastoor van Canne.
Winand Mengels blijft voor hem en het kapittel van St. Merten het vice-schout-ambt continueren, net als ten tijde van de heer Bartholomeus Weijers.
Zie blz. 54

naar boven

Lucy, Joannes
Stadschirurgijn van Maastricht anno augustus 1776. Hij beoordeelt de zaak betreffende Petrus Luystermans en ook in de zaak van Martinus Heynen wordt hij geconsulteerd .
Zie blz. 60, 62

naar boven

Luystermans, Peter
Zijn zoon Petrus wordt op 11 augustus 1776 dusdanig in elkaar geslagen dat deze zoon op de 18e overlijdt aan zijn verwondingen .
Petrus Luijstermans huwt op 19-11-1747 te Canne met Joanna van Gelder. Getuigen: Catharina Schepers en Paulus Straetmans. Ze hebben samen zeven kinderen te Canne: Cornelius (1748), Adrianus (01-02-1750), Petrus (11-08-1752), Maria (07-08-1754), Joannes (12-11-1756 te Wolder) Conrardus (25-02-1763), Ida (24-01-1766) en Gabriel (18-01-1768).
Hij wordt begraven op 07-11-1801 te Canne. Zijn vrouw wordt begraven op 15-11-1805 te Canne.
Zie blz. 59

naar boven

Luystermans, Petrus
Op 11 augustus 1776 is hij, zoon van Petrus Luystermans, wonende in de Warande tot Neder-Canne, door drie vreemdelingen in elkaar geslagen "in den ouden wegh tot Neder-Canne" en liep daarbij een blessure aan het hoofd op boven het linkeroog, waardoor hij op de 18e om ca. 19.00 uur overleden is .
Petrus is gedoopt op 11-08-1752 te Canne (doopgetuigen: Renerus Vrijens, Anna Straetmans en Petrus van Gelder). Hij is de zoon van Petrus Luijstermans en Joanna van Gelder. Petrus is begraven te Canne op 18-08-1776.
Zie blz. 59

naar boven

Maco
Wonend op de Haefstraat te Maastricht anno 1755. Hij werkte dagelijks bij de "verwerye by mynheer Gadiot in de Taeffelstraet" totdat hij door zijn vrouw thuis wordt vermoord.
De moord vindt op 17 Mei 1755 plaats, de terechtstelling van de moordenares op 4 Juni daaraanvolgend.
Zie blz. 36

naar boven

Marees, Helena    (1709)
De grootmoeder van de huisvrouw van Winand Mengels.
Op 16 februari 1774 is zij in Montenaken op 95-jarige leeftijd gestorven. Zij had 13 kinderen, 44 kleinkinderen en 23 achterkleinkinderen.
Helena is gedoopt op 07-05-1683 te Wolder. Zij is de dochter van Joannes Marees en Helena NN. Op 23-05-1705 is zij te Wolder gehuwd met Wilhelmus Schepers (getuigen: Paulus Geelen en Petrus Marees). De kinderen gedoopt in Wolder zijn: Gerardus (21-09-1706), Maria (24-11-1707), Wilhelmus (24-11-1707), Maria (16-12-1708), Joannes (11-07-1712, x Beatrix Meertens), Gerardus (1715, Montenaken, x Maria Moors), Catharina (18-01-1717, x Aegidius Palmans), Margaretha (29-12-1721, x Joannes Gielissen) en Petrus (ca. 1734, x Ida Schols).
Zie blz. 53

naar boven

Marees, Joris
Gehuwd met Maria Jorissen, die zal hertrouwen na zijn dood met Paulus Ceulen. Hij is overleden vóór november 1774, wanneer Maria woont tot Wilder in de "winninge van de Ouden Biessen", reeds weduwe van haar tweede man.
Georgius Marees huwt op 20-11-1757 te Wolder met Maria Elizabeth Jorissen (getuigen: Elisabetha Jorissen en Reinerus Vrijen). Samen hebben zij twee kinderen te Wolder: Joannes (13-08-1758) en Petrus (31-12-1760). Joris wordt begraven te Wolder op 29-05-1763.
Zie blz. 53

naar boven

Massot, N.
Doctor te Maastricht.
Hij behandelde Martinus Heynen toen deze op 3 februari 1777 een schedelbreuk opliep .
Zie blz. 61, 62

naar boven

Mengels, Gerardus
Zoon van Winand Mengels. Hij is geboren op 14-03-1762 te Canne.
Op 2 februari 1776, op Onze Lieve Vrouwe Lichtmis, is hij samen met zijn vader over het ijs de Maas overgestoken naar Heugem om aldaar in de herberg "het roodt Leeuwken" bij Arnold een glas bier te drinken .
Op 11-01-1791 te Canne huwt Gerardus Maria Margaretha Schepers.
Zie blz. 55

naar boven

Mengels, Lambertus
Lambertus Mengels is een halfbroer van Winand.
Rooms gedoopt op 20-11-1718 te Canne (doopgetuigen: Reijnerus Nicolaes en Helena Mengels).
Hij heeft een boekje geschreven over de gebeurtenissen van het jaar 1740, maar dat is helaas verloren gegaan.
In 1746 wordt verhaald hoe zijn familie door de Pandoeren wordt geteisterd.
In 1747: "mijn halven broeder had oock het koren afgemaijd van 11 roeden op den Emaelen wegh, die Jan Hofmans ter zelver tijdt van ons ten halfscheijt had, hetwelck wij tegen den bergh aen hadden laeten groeijen".
In 1747 is hij met Winand op het slagveld van Lafelt.
Overleden op 21 juni 1763 te Canne.
Zijn grafkruis is nog te zien bij de St. Hubertuskerk te Kanne (B). De tekst luidt:" IHS / Hier light begraven den eersamen / Lambertus Mengels jonckman / gestorven den 21 Juny anno / 1763 bidt godt voor de siele".
Zie blz. 3, 13, 17, 19

naar boven

Mengels, Petrus    (852)
Petrus is geboren rond 1690 als zoon van Petrus Mengels. Hij wordt ook Petrus junior genoemd. Op 26-10-1709 huwt hij te Canne met Catharina Nicolaes, dochter van Lambertus Nicolaes. Getuigen: Gasparus Vrijens, Joannes Fias, Maria Mengels en Anna Nicolaes. Samen hebben zij te Canne vijf kinderen: Petrus (31-10-1710; huwt 22-10-1738 met Maria Vrijens), Lambertus (23-01-1713), Maria (03-04-1716), Lambertus (20-11-1718) en Anna (15-01-1723). Catharina Nicolaes wordt begraven op 25-03-1724 te Canne.
Petrus hertrouwt ca. 1724 met Catharina Lenaerts. Samen hebben ze drie kinderen: Petrus (1725), Gertrudis (15-02-1729, huwt 21-11-1751 met Paulus Daemen) en Winandus (30-06-1733, huwt 14-11-1759 met Helena Schepers)
Wordt genoemd in 1746.
Petrus wordt waarschijnlijk begraven 04-10-1773 te Canne ("matricularius in Wilre et Montenaeken"). Catharina Lenaerts wordt begraven op 30-10-1779 te Canne, 88 jaren oud.
Zie blz. 2, 13

naar boven

Mengels, Petrus
Petrus is gedoopt op 31-10-1710 als zoon van Petrus Mengels en diens eerste vrouw Catharina Nicolaes.
Hij huwt Maria Vrijens, gedoopt op 03-02-1713 als dochter van Casparus Vrijens en Catharina Marees, op 22-10-1738 te Canne. Samen hebben ze tien kinderen te Canne.
Wellicht overlijdt hij op 04-10-1773 te Canne, waarbij wordt vermeld: "matricularius in Wilre". Maria Vrijens wordt begraven op 25-12-1779 te Canne.
Zijn zoon Winand Mengels sterft in 1771 ten gevolge van een ongeluk .
Zie blz. 49

naar boven

Mengels, Winand
"Jonckman", zoon van de "halven broeder" van Winand Mengels, de schrijver van de kroniek. De halve broer in kwestie is Petrus (geboren in 1710).
Op 17 oktober 1771 is hij "onder de ruinen van eenen piller in den Maesbergh doodtgebleven" .
Winand is gedoopt op 24-04-1751 te Canne. Doopgetuigen: Maria Catharina Vrijens en Winandus Mengels. Hij is de zoon van Petrus Mengels (gedoopt 31-10-1710), de oudste halfbroer van onze Winand, en Maria Vrijens (gedoopt 03-02-1713, dochter van Casparus Vrijens en Catharina Marees). Petrus en Maria huwden op 22-10-1738 te Canne.
In de begraafboeken staat te lezen:"infortunio in Monte vulgo Maesberg".
Zie blz. 49

naar boven

Mengels, Winand    (426)
Geboren te Canne op 30 juni 1733.
Gehuwd met Helena Schepers van Montenaken op 14-11-1759 te Canne.
Schepen van Opcanne en Nedercanne . Later vice-schout.
Eerste benoeming op 20 november 1766 (voor Neder-Canne; op de 27ste volgde de receptie voor de justitie van Neder-Canne) . Op 13 januari 1767 heeft de receptie van het schepensambt voor de justitie van Op-Canne plaatsgevonden. Hij volgt zijn aangetrouwde grootvader Peter Moors op .
In februari 1775 wordt Winand vice-schout onder de nieuwe schout Lambertus Lombaer; Winand volgt de heer Bartholomeus Weijers op.
Winand is de schrijver van deze kroniek. In het voorwoord verhaalt hij over zijn ziekte die hem ertoe heeft aangezet tot het schrijven als tijdverdrijf. Op 2 mei 1774 heeft hij een "verhittinge" opgelopen op de weg naar Scherpenheuvel, die is overgegaan in een "Longezucht met sterck bloedt spouwen". In januari 1776 begint hij met de kroniek.
In 1746 verhaalt hij hoe zijn familie door de Pandoeren wordt geteisterd.
In april 1747 woont hij in Maastricht naast het arsenaal . In die maand hebben de burgers van Maastricht te St. Pieter voor het fort Hessen aan de Maas een dijk moeten maken. Het Arsenaal is sinds 1638 gevestigd in de Minderbroederskerk in de St. Pietersstraat.
In 1747 is hij met zijn halven broeder op het slagveld van Lafelt.
Tijdens de epidemie in 1747 bezoekt hij verschillende zieken.
In april 1748 woont hij wederom te Maastricht, totdat zijn moeder hem vlak voor de belegering van Maastricht hem komt uithalen.
In 1749 hebben Winand en zijn ouders geen tekort aan voedsel of drinken gehad.
Op 3 november 1752 als flambouwdrager van de Broederschap van den H. Hubertus aangesteld.
Op 11 juli 1763 heeft hij samen met zijn moeder een "gangh" aangenomen, één der door het kapittel van St. Maarten van Luik uitgegeven "thienden" .
In 1771 waart wederom een veeziekte door de omgeving .
In 1774 overlijdt de grootmoeder van zijn huisvrouw.
In september 1775 is hij als vice-schout betrokken bij het verzoek van de pastoor om zijn hof te vergroten .
Op 2 februari 1776, op Onze Lieve Vrouwe Lichtmis, is hij samen met zijn zoon Gerardus over het ijs de Maas overgestoken naar Heugem om aldaar in de herberg "het roodt Leeuwken" bij Arnold een glas bier te drinken .
Winand is begraven op 25 februari 1778 te Canne. Hij was 45 jaar en overleed ten gevolge van een bloedspuwing. Dit is een sterke aanwijzing dat hij leed aan de tering (longtuberculose).
Zie blz. 2-4, 15, 19, 23, 24, 26, 29, 34, 39, 44, 46, 48, 54, 55, 85

naar boven

Moors, Peter    (1710)
Schepen van Op-Canne.
Hij is de grootvader van Winand's vrouw. Hij is geboren ca. 1685 en is de zoon van Wilhelmus Moors en Elisabeth Renson. Hij is gehuwd met Helena Nicolaes op 27-02-1713 te Canne (getuigen: Joannes Fias, Joannes Jongen, Catharina Moors). Peter is dan al weduwnaar.
In 1750 heeft hij samen met de pastoor het geld in Luik afgehaald dat diende als een eerste schadevergoeding betaald door de Fransen voor de schade opgelopen in de oorlog. Hij was één der inwoners van Opcanne, die schadevergoeding ontving tijdens deze eerste distributie van het Franse geld. en tijdens de tweede distributie .
Op 11 juli 1763 heeft hij een "gangh" aangenomen, één der door het kapittel van St. Maarten van Luik uitgegeven "thienden" .
Peter is begraven op 08-01-1767 te Canne, 82 jaar oud, "scabinus in Canne".
Zie blz. 32, 37, 44

naar boven

Mosmans, Jan
Inwoner van Op-Canne. Komt anno 1750 en 1755 voor op de lijst van personen die schadevergoeding krijgen.
Joannes is rooms gedoopt te Canne op 13-01-1704 (doopgetuigen: Helena NN en Guilielmus Bettonville). Hij is de zoon van Petrus Mosmans en Elisabeth Mercken. Jan huwt op 28-08-1746 te Canne met Maria Nicolaes, gedoopt op 21-11-1712 te Canne en dochter van Renerus Nicolaes en Maria Compeers. Getuigen: Elizabeth Moors, Gerardus Bettonville, Paulus Vrijens en Lambertus Mengels. Ze krijgen samen vier kinderen te Canne: Petrus (05-07-1747), Renerus (03-10-1748), Elizabeth (26-04-1750) en Maria (05-01-1753).
Maria Nicolaes wordt begraven te Canne op 12-02-1753. Jan wordt begraven te Canne op 19-01-1767.
Zie blz. 33, 37

naar boven

Mulking, Franciscus
Meester-schrijnwerker te Maastricht. Anno 1750 wordt hij aangenomen om de toren van de kerk van Canne af te breken en opnieuw op te bouwen voor 510 guldens.
Zie blz. 33

naar boven

Nickkaels, Lambert
Anno 1725 heeft er in de oogsttijd een brand gewoed in zijn bergschuur waardoor de meeste vruchten van iedereen die in de berg waren door rook werden bedorven .
Zie blz. 61

naar boven

Nicolaes, Reiner
Inwoner van Op-Canne. Komt anno 1750 en 1755 voor op de lijst van personen die schadevergoeding krijgen.
Zie blz. 33, 37

naar boven

Nuykerken, Henricus
Tweede man van Maria Eycken die op 11 februari 1776 voor de derde maal trouwt . Hij is afkomstig van Neder-Canne. Hij huwt Maria op 23-11-1772 te Canne. Hij wordt begraven te Canne op 16-08-1774.
Zie blz. 56

naar boven

Pans, Lenderd
Voorname inwoner van Sussen, ookwel de "gouverneur" genoemd. In 1746 wordt hij opgepakt door de Huzaren.
Zie blz. 14

naar boven

Pieters, Reynier
Geboortig van Heugem. Hij is knecht bij Leonard Fias.
Op 3 februari 1777 heeft hij in de berg gelegen aan de Verckensdries Martinus Heynen zijn hoofd ingeslagen met een dorsvlegel .
Op 12 maart 1753 wordt een Renerus Peters gedoopt te Heugem als zoon van Joannes Peters en Anna Maria Claessens. (doopgetuigen: Nicolaus Peters en Maria Lensen).
Zie blz. 61

naar boven

Raey, Jan
"Biendief", opgehangen op de markt te Maastricht op 20 januari 1757. Van de drie roomse priesters die hem begeleidde, heeft er één, de kapelaan van de St. Catharina-parochie publiekelijk een preek gehouden na de executie .
Zie blz. 39

naar boven

Rasking, Louis
In de zaak Sartorius uit Visé zou hij valse getuigenissen hebben afgegeven, zo wordt anno 1777 gezegd .
Zie blz. 61

naar boven

Rubbus
Heeft een huisje aan de Maas, waar in 1740 het water naar binnen liep.
Zie blz. 6

naar boven

Sartorius, Stas
"Jonckman en koopmans soon van Vizet". Doopnamen: Hendrik Eustachius.
Verdachte van de moord op Magdalena Warnemond, gepleegd in december 1769 te Visé . Op 13 april 1773 is hij gevangen genomen en gebracht voor de justitie van Luik .
Op 3 maart 1779 werd hij ter dood gebracht.
Zie blz. 48, 49, 61

naar boven

Schepers, Guilielmus
Minderbroeder van Slavanten.
Op 29 juni 1777 assisteert hij de pastoor van Canne om "eenige Reliquien ende gebeenten van den H. Sebastianus, martelaer, ende van de H. Euphemia, maget ende martelaresse, door onsen Eerw. Heer Pastoor verkregen uyt Romen" feestelijk in te halen .
Wellicht is dit Wilhelmus Schepers, gedoopt 24-11-1707 te Canne, zoon van Wilhelmus Schepers en Helena Marees.
Zie blz. 62

naar boven

Schepers, Jan
De brouwer van Neder-Canne. Anno 1741 maakt een "bombardier van de constabels" zijn oudste dochter het hof.
Op 11 juli 1763 heeft hij een "gangh" aangenomen, één der door het kapittel van St. Maarten van Luik uitgegeven "thienden" . Hij wordt "Jan Schepers den ouden" genoemd.
Op 22 september 1776 overlijdt hij: "Jan Schepers, brouwer van Neder-Canne, gestorven, zynde geboren anno 1684 den 4 Meert; was oudt doen hy stierf, 92 jaeren, 6 maenden en 18 daegen" .
Op 13-08-1713 is Jan te Canne gehuwd met Maria Vanduijn (getuigen: Petrus Schepers, Petrus Anckart, Petronella Cox, Catharina Huijgems). Ze kregen samen negen kinderen te Canne: Henricus (02-07-1714), Quirinus (09-05-1716), Maria (25-04-1718), Henricus (17-02-1720), Maria Jacoba (22-06-1721), Joannes (30-05-1723), Catharina (1726), Cornelius (05-01-1729) en Reijnerus (29-08-1730).
Zijn vrouw wordt begraven op 22-03-1770 te Canne, zijnde 82 jaar oud (geboren ca. 1688).
Zie blz. 7, 44, 60

naar boven

Schepers, Joannes
Meester van de broederschap St. Hubertus. Ook Jan genoemd.
In 1754 houdt hij een collectie om een nieuw altaar te bekostigen . In 1755 laat het broederschap een beeld van St. Hubertus maken .
Op 11 juli 1763 heeft hij een "gangh" aangenomen, één der door het kapittel van St. Maarten van Luik uitgegeven "thienden" . Hij wordt "Jan Schepers den jongen" genoemd.
Joannes is gedoopt te Canne op 30-05-1723 (doopgetuigen: diaken Adrianus Vanduun en Elisabeth Lacroix). Hij is de zoon van Jan Schepers en Maria Vanduijn. Op 31-05-1746 huwt hij te Canne met Maria Catharina Fias, gedoopt 16-05-1727 te Canne en dochter van Joannes Fias en Isabella Tans. Ze krijgen samen negen kinderen te Canne: Joannes (06-05-1747), Hubertus (25-01-1751), Maria (17-01-1754), Maria Isabella (24-01-1757), Maria Catharina (09-11-1759), Maria Helena (21-10-1762), Maria Margaretha (04-06-1765), Theodorus (15-11-1767) en Adrianus (30-08-1771). Jan wordt begraven te Canne op 02-08-1772, 49 jaar oud. Maria Catharina wordt op 26-09-1781 in de sacristie van de kerk te Canne begraven.
Zie blz. 36, 37, 44

naar boven

Schepers, Petrus
Broer van de schoonvader van Winand Mengels.
Gehuwd met Ida Schols.
Op 15 februari 1776 overlijdt hij 's nachts omstreeks 12 uur te Montenaken ten gevolge van "eene heete coortse" op 42-jarige leeftijd . Hij laat zijn vrouw en zes kinderen achter.
Geboren ca. 1734. Zoon van Wilhelmus Schepers en Helena Marees. Gehuwd 02-07-1752 te Wolder met Ida Schols. Zij krijgen samen acht kinderen te Wolder: Wilhelmus (10-04-1753), Helena (27-07-1755), Henricus (28-03-1757), Maria (05-06-1759), Anna Maria (28-12-1761), Maria Margaretha (31-03-1764), Hubertus (30-03-1766), Wilhelmus (20-07-1768).
Zie blz. 57

naar boven

Schols, Ida
Gehuwd met Petrus Schepers van Montenaken, die op 15 februari 1776 overlijdt en haar met zes kinderen achterlaat .
Ida is gehuwd met Petrus Schepers op 02-07-1752 te Wolder (getuigen: Joanna Schols, Georgius Marees, Joannes Schepers). Ida wordt begraven op 01-07-1777 te Wolder.
Zie blz. 57

naar boven

Scils, Gertrudis
Dochter in onecht gewonnen door Ludovicus Aerpoth en de vrouw van diens broer Anna Cillen . Lowy trouwt op 11 februari 1776 met Maria Eycken .
Gertrudis is gedoopt als Gertrudis Scils op 02-10-1764 te Canne met Anna Elizabeth Germau en Petrus Borguet als doopgetuigen.
Zie blz. 56, 57

naar boven

Sitters, Abraham
Konstabel die door zijn illegale praktijken het Kruithuis aan de huidige Calvariestraat in Maastricht opblies op 24 december 1761 . Hij kon het niet navertellen:"men heeft Abraham gevonden op dezelve plaetse geheel in stucken geslagen, het hooft van den romp, armen en beenen van het lichaem, soodat hy gelyck als geanatomiseert was; men heeft de gebriseerde litmaeten van zyn lichaem te samen vergadert ende dezelve door den Scherpregter in eene kuype doen insouten, om dezelve te bewaeren ende naerderhandt op eene wonderbare wyze tot schande te brengen; doch omdat hy gereformeert was ende de gereformeerden in Maestricht de overhand hebben, is sulx niet geschiet, maer hebben die lidtmaeten daernaer ergens in de aerde gesteeken, ende zyne vrouw en kinderen zyn naer Holland gestuert geworden".
In de volksmond kwam de plek bekend te staan als "Abram's Look".
Zie blz. 42

naar boven

Stevens, Hubertus
Eerste man van Maria Eycken, die op 11 februari 1776 voor de derde maal trouwt . Hij is van Neder-Canne. Hubertus is gedoopt op 03-01-1744 te Canne en is de zoon van Henricus Stevens en Helena Stevens (doopgetuigen: Maria Stevens en Leonardus Fias). Hij huwt Maria op 17-07-1768 te Canne. Hij wordt begraven op 05-05-1769 te Canne.
Zie blz. 56

naar boven

Straetmans, Paulus
Meester van de broederschap St. Hubertus. In 1754 houdt hij een collectie om een nieuw altaar te bekostigen . In 1755 laat het broederschap een beeld van St. Hubertus maken .
Zie blz. 36, 37

naar boven

Terborghorst
Wordt genoemd in de bedeling van het Franse geld ter vergoeding van de schade opgelopen tijdens de fouragering in 1747 (28-07-1755) ..
Zie blz. 37

naar boven

Theunissen, Kerst
Inwoner van Op-Canne. Komt anno 1750 voor op de lijst van personen die schadevergoeding krijgen.
Zie blz. 33

naar boven

Theunissen, Matthys
Op 3 november 1752 als flambouwdrager van de Broederschap van den H. Hubertus aangesteld.
Hij is gedoopt 24-02-1729 te Canne en is de zoon van Dionijsius Theunissen en Catharina Hennus. Hij wordt begraven op 21-08-1756 te Canne.
Zie blz. 34

naar boven

Theunissen, Rener
Inwoner van Canne. Joannes Dolhen heeft zich bij hem enige dagen schuilgehouden in december 1756 .
Renerus is gedoopt op 14-07-1719 te Canne; hij is de zoon van Dionijsius Theunissen en Catharina Heugems. Hij is op 01-12-1742 te Canne gehuwd met Maria Anna Beaumont.
Zie blz. 39

naar boven

Thiesen, Thijs
Voorname inwoner van Sussen. In 1746 opgepakt door de huzaren.
Zie blz. 14

naar boven

Thyssen, Aert
Hij is gedoopt als Arnoldus op 11-04-1720 te Canne en is de zoon van Lambertus Thijssen en Maria Huijgems.
Aert is op 29 september 1775 voor de derde keer getrouwd en wel met Catharina Lombaer, weduwe van Joannes Dolhen van Op-Canne, die bij de Kaap de Goede Hoop is overleden. Zijn eerste vrouw was Mechtildis Cox (huwelijk 18-02-1748 te Canne); zijn tweede vrouw was Maria Bettonville (huwelijk 21-10-1753 te Canne) .
Zie blz. 55

naar boven

Van de Chaer, Tihon
Op 11 juli 1763 heeft hij een "gangh" aangenomen, één der door het kapittel van St. Maarten van Luik uitgegeven "thienden" . Hij wordt "Heer Tihon van de Chaer" genoemd.
Zie blz. 44

naar boven

Van den Bergh, Petrus
Op 24 augustus 1776 is hij op het kasteel van Neder-Canne overleden . Hij was doof en stom en woonde vele jaren op het kasteel als tweede hovenier.
Hij is begraven op dezelfde dag te Canne onder de naam Petrus Vanderberg.
Zie blz. 60

naar boven

Van Geleen, Peter
Maastrichts burger en oproerkraaier in 1747 toen er een dijk moest worden aangelegd bij St. Pieter aan de Maas.
Zie blz. 16

naar boven

Vrancken, Geurt
Wordt genoemd in de bedeling van het Franse geld ter vergoeding van de schade opgelopen tijdens de fouragering in 1747 (28-07-1755) .
Gerardus Vrancken huwt op 11-06-1747 te Canne met Maria Anna Hermans (getuigen: Gertrudis Mengels, Adamus Daemen en Paulus Daemen). Ze krijgen samen te Canne drie kinderen: Maria (21-04-1748), Adamus (25-08-1751) en Cornelia (05-11-1754).
Gerardus hertrouwt op 04-11-1765 te Canne met Elizabetha Haekens (getuigen: Maria Catharina Vrijens, Benedictus Vrijens, Paulus Castermans en Joannes Vrijens).
Elizabeth Haekens is gedoopt op 03-05-1724 te Canne als dochter van Dionijsius Haekens en Elizabeth Gerits. Zij was gehuwd met Natalis Arpoth met wie zij in de periode 1746 - 1758 vijf kinderen (Joannes, Dionijsius, Gertrudis, Gisbertus, Ludovicus) te Canne kreeg.
Zij hebben samen 1 kind te Canne: Maria (20-02-1766). Hij wordt begraven op 04-07-1773 te Canne.
Zie blz. 37

naar boven

Vrijens, Benedictus
Gedoopt te Canne op 23-09-1734; zoon van Joannes Vrijens en Catharina Fias.
Op 3 november 1752 als flambouwdrager van de Broederschap van den H. Hubertus aangesteld. Van Op-Canne.
In september 1775 wordt zijn optreden als schepen der justitie vermeld in het kader van de uitbreiding van het hof van de pastoor van Canne .
Begraven 20-02-1782 te Canne.
Zie blz. 34, 55

naar boven

Vrijens, Hubertus
Hij was kapelaan in Hees, daarna kapelaan in Bocholt, kort bij Bree in de Kempen en vervolgens 12 jaren pastoor in Op- en Nedercanne (sinds 1730). "Hij was eenen zeer vermaerden biechtvader".
Geboortig van Opcanne. Overleden 3 juni 1742.
Zoon van Paulus Vrijens (overleden aan tering en begraven d.d. 03-03-1734 te Canne) en Mechtildis Maignaerts (overleden aan buikpijn, bijna 90 jaar oud, begraven d.d. 29-01-1742 te Canne).
Zie blz. 7

naar boven

Vrijens, Jan
Inwoner van Op-Canne. Komt anno 1750 en 1755 voor op de lijst van personen die schadevergoeding krijgen.
Zie blz. 33, 37

naar boven

Vrijens, Joannes
Griffier van Neder-Canne. Op 3 november 1752 als eerste Meester van de Broederschap van den H. Hubertus aangesteld.
Broer van Rener Vrijens die in juli 1762 overlijdt. Twee dagen na diens overlijden breekt er brand uit in zijn huis, gelegen aan de Oude Weg .
In 1764 heeft hij als gevolmachtigde van Neder-Canne geprocedureerd tegen het kapittel van St. Merten te Luik dat de gemeentes Op- en Neder-Canne wilde laten betalen voor het herstel van het parochiale huis .
Joannes is begraven te Canne op 02-11-1779, "65 annos natus, scriba et scabinus in Neder-Canne". Hij is geboren in 1714 te Canne (doopgetuigen: Maria Jeckermans en Hubertus Vrien) als zoon van Casparus Vrijens en Catharina Marees.
Zie blz. 34, 43, 45

naar boven

Vrijens, Reijner
Heeft een woning gelegen op de Pruijs. In 1740 aten de wolven uit hongersnood zelfs zijn honden op.
In 1748 is hij kerckmeester, en diende ook als koster toen de officiële koster, Daem Gelen, ziek was.
Wordt genoemd in de bedeling van het Franse geld ter vergoeding van de schade opgelopen tijdens de fouragering in 1747 (28-07-1755). Hij wordt de "weert Reijner Vrijens" genoemd .
Zie blz. 5, 29, 37

naar boven

Vrijens, Rener
Op 3 november 1752 als flambouwdrager van de Broederschap van den H. Hubertus aangesteld. Van Neder-Canne.
In juli 1762 overleden: "want de passagie van den natuerlycken afganck soodanigh gestopt was, dat de vuyligheyt onder ter zyde van den buyck ontrent de schaemelheyt uytgebroken was, waerdoor hy met een gesondt hert heeft moeten sterven" .
Twee dagen later is hij begraven.
Hij is de broer van Joannes Vrijens, griffier van Neder-Canne.
Hij is gedoopt op 16-01-1719 te Canne (doopgetuigen: Helena Harissen en Reijner Vrijens). Hij is de zoon van Casparus Vrijens en Catharina Marees.
Zie blz. 34, 43

naar boven

Vryens, Hubertus
Jonckman van Op-Canne.
Op 27 december 1768 is hij ingetreden in het klooster van Slavante; het jaar erop is hij daadwerkelijk minderbroeder geworden en is als brouwer van dit convent aangenomen. Hiervoor heeft hij gedurende zo'n vijf jaren gediend bij een regiment ruiters van de Staten van Holland .
Zie blz. 47

naar boven

Vryens, Paulus
Wordt genoemd in de bedeling van het Franse geld ter vergoeding van de schade opgelopen tijdens de fouragering in 1747 (28-07-1755) ..
Op 18 januari 1777 ontstaat er per ongeluk een brand in zijn bergschuur gelegen "in den Veldmolenbergh oft den zoogenaemde Groodtbergh op den Kattenkeer geheten, alwaer ontrent 200 busselen stroey en eenige mudden caffe door de vlammen zyn verteert geworden." .
Zie blz. 37, 61

naar boven

Warnemond, Magdalena
In het begin van december 1769 is zij bij de poort van Visé, op een plaats genaamd La Soveray, vermoord; zij was zwanger van een onbekend persoon .
Zie blz. 47, 50

naar boven

Weijers, Bartholomeus
In 1774 was hij vice-schout van Canne, opgevolgd het jaar erna door Winand Mengels .
Zie blz. 54

naar boven

Willems, Marcelius
Gezworen chirurgijn te Heerderen. Zoon van Nicolaus Willems en Catharina Meers. Hij is gehuwd met Maria Vanweers (geboren ca. 1759, overleden 07-02-1834 te Herderen).
Door zijn goede zorgen overleeft Martinus Heijnen uiteindelijk zijn schedelbreuk wanneer de doctoren uit Maastricht de jongeman al opgegeven hebben (februari 1777) .
Zie blz. 61, 62

naar boven

Willems, Nicolaus
Gezworen chirurgijn te Heerderen, evenals zijn zoon Marcelius. Hij is gehuwd met Catharina Meers.
Hij heeft op 4 februari 1777 Martinus Heynen verschillende malen getrepaneerd .
Zie blz. 61

naar boven






Bronvermelding
Dit document is een index van namen op de Chronijk van Opcanne geschreven door Winand Mengels.
De vermelde gegevens zijn gebaseerd op de verhalen uit de kroniek, eigen onderzoek in de DTB van het rijksarchief Limburg (NL) te Maastricht, rijksarchief Limburg (B) te Hasselt en het gemeentearchief van Maastricht. Hoewel de grootste zorgvuldigheid is betracht in het samenstellen van deze index, kunnen fouten nooit worden uitgesloten.
©2005 Victor Hopmans.